We verzuipen in het werk, hebben spijt van onze carrièrekeuzes en krijgen massaal burn-outs. De oplossing voor die problemen liggen nochtans voor het oprapen: meer flexibiliteit.

Een onderzoek van de Antwerp Management School en de Vrije Universiteit Amsterdam peilde naar de loopbaantevredenheid van werknemers. Die gaven hun carrière gemiddeld 7,37 op tien, maar 20 procent zegt helemaal niet tevreden te zijn. Een derde heeft spijt van het loopbaantraject. Uit een studie van de UGent rond het welzijn bleek dan weer dat een op vier verzuipt in het werk. Een op zes voelt zich vaak tot altijd mentaal uitgeput. Geen wonder dat de Onafhankelijke Ziekenfondsen vaststellen dat alsmaar meer werknemers thuisblijven met burn-outs en depressies.

Inclusiviteit & flexibiliteit

Tot zover het slechte nieuws. Want er bestaan oplossingen. Zo benadrukt Sofie Jacobs van de Antwerp Management School de nood aan realistische beroepsvooruitzichten. “Juiste coaching bij starters op de arbeidsmarkt kan helpen om de reality shock bij de transitie van onderwijs naar werk op te vangen.” Ze pleit voor inclusiviteit, voldoende kansen voor iedereen. “Zo blijven alle groepen op de arbeidsmarkt op de radar.”

Geestelijke gezondheid en werkgeluk verzekeren een duurzame loopbaan. Het codewoord daarbij is flexibiliteit. Onder meer telewerk draagt daartoe bij. Uit een ondervraging van SD Worx blijkt dat acht op tien werknemers merkt dat telewerk de balans tussen werk en privé bevordert. Ook een vierdagenwerkweek en het recht op deconnectie kunnen helpen. Al uit flexibiliteit zich eveneens op andere manieren, bijvoorbeeld in interne mobiliteit en omscholing om het werk zinvol en uitdagend te houden.

Sinds de pandemie verlangen werknemers naar een duurzame, milieuvriendelijke werkplek. Veel werkgevers blijven evenwel achter, blijkt uit Nederlands onderzoek in opdracht van Tork.
Corona veranderde de blik van veel werknemers. Zij denken meer na over hun impact op het milieu. En over wat ze kunnen doen om die te verminderen. Die bewuste werknemers verwachten eenzelfde engagement van hun oversten, maar helaas: de (al dan niet sporadische) terugkeer naar kantoor na het massale telewerken leidt tot desillusies.

Zo is 43 procent van de ondervraagden teleurgesteld dat hun werkgever niet verduurzaamde tijdens de pandemie. 56 procent noemt het eigen kantoor zelfs “beschamend milieuonvriendelijk.” Vooral lopende kranen, bedrijfswagens op benzine, papieren koffiebekertjes en energieverslindende handendrogers zijn een doorn in het oog. 71 procent van de werknemers heeft het gevoel zelf het voortouw te moeten nemen.

Verschoven houding

Nochtans dragen inspanningen van werkgevers niet enkel bij tot een prettige werkomgeving, ze geven vaak ook de doorslag in de strijd om talent. Bij het zoeken naar een nieuwe job wil 70 procent van de ondervraagden namelijk solliciteren bij een onderneming met een milieuvriendelijke reputatie, een bedrijf dat duurzame actie onderneemt.

Werkgevers moeten zich daarvan bewust zijn, stelt Ineke van den Bremt, marketingmanager van het hygiënebedrijf Essity. “De afgelopen achttien maanden verschoof de houding van werknemers. Duurzaamheid wordt serieuzer genomen dan ooit. Eenvoudige stappen, zoals het verbeteren van recyclage en het verminderen van energieverbruik, kunnen al een verschil maken. Maar enkel wanneer je werknemers erbij betrekt.”

Op de uitreiking van de Sustainability Professional Award haalde Anne Lenaerts, directeur communicatie bij Nnof, een finaleplaats. Ze wordt zo officieel duurzaamheidsambassadeur.

Duurzaamheid wint aan belang in de bedrijfswereld. Logisch: de onderneming van de toekomst is per definitie duurzaam. Het Verbond van Belgische Ondernemingen en de vzw Time4Society kozen daarom voor de zevende keer de Sustainability toppers van het jaar. Die bekroning gaat naar een inspirerende stem uit het bedrijfsleven die duurzaamheid uitademt.

Uit een poule van 300 kandidaten schopte Anne Lenaerts het tot de laatste drie overblijvers. Anne mag zich voortaan dan ook Sustainability Ambassador noemen. Nele Van Damme (Upgrade Estate) en Bruno Van Steenberghe (Kalani-Home) werden Sustainability Professionals van het jaar.

Geen verrassing, want Anne zet zich al jaren in voor duurzaamheid en circulaire economie. Zo volgde Anne tijdens de pandemie een Solvay-opleiding om te begrijpen wat mensen tegenhoudt om te veranderen. Door hen vervolgens te betrekken bij het verhaal – zelfs noemt ze dat het “Nnoffensief” – probeert ze iedereen mee te krijgen.

Allemaal “Noffen”

Dat uit zich onder meer in het raamcontract dat Nnof afsloot met de Vlaamse overheid. Steden, gemeenten en Vlaamse overheidsdiensten kozen daarmee resoluut voor circulariteit, wat zich het voorbije jaar vertaalde in 3300 geherwaardeerde meubels. “Het toont dat het de overheid menens is met de circulaire gedachte”, aldus Anne. Economie en ecologie gaan voor haar hand in hand. “Nnof zorgt voor veerkracht en wendbaarheid. Met ons verhaal willen we andere ondernemers en klanten inspireren om resoluut diezelfde richting in te slaan. Nnoffen we straks allemaal?”

Na bijna twee jaar pandemie mist twee derde van de Belgische bedrijven – vooral kmo’s – nog altijd een concreet beleid rond thuiswerk.

In opdracht van HR-dienstverlener Tempo-Team ondervraagde arbeidsmotivatie-expert Anja Van den Broek (KU Leuven) 500 werkgevers en 2500 personeelsleden. Conclusie: slechts 32 procent van de ondernemingen hanteert een uitgewerkt kader rond telewerk. Een op vijf leidinggevenden wil werknemers nooit thuis laten werken, terwijl 16 procent van de werknemers onder druk staat om dagelijks naar kantoor te komen. Vooral grote bedrijven maken werk van een beleid, kmo’s hollen achterop. Nochtans functioneren werknemers beter wanneer ze hybride mogen werken. Ze zijn gemotiveerder, fitter en combineren vlotter werk en privé.

In de geestelijke gezondheidszorg gaan therapeuten vandaag voort op wat patiënten vertellen. In de toekomst helpt technologie een handje.

Smartwatches verzamelen snel en makkelijk veel data. Dat is niet alleen nuttig voor wie een marathon wil lopen, het kan ook een gamechanger worden in de geestelijke gezondheidszorg. Data leiden tot inzichten over gedragsveranderingen en kunnen zo preventief ingezet worden. Door vroeger in te grijpen, kan een depressie of burn-out mogelijk vermeden worden. Onder meer BioRICS, een spin-off van KU Leuven, ontwikkelde een wearable die stress detecteert. “Mijn droom is binnen tien jaar bij een consultatie de stressdata van de patiënt voor mij op mijn laptop te raadplegen”, zegt Stephan Claes van KU Leuven in De Tijd.

Fiscale gunstmaatregelen moeten het plaatsen van laadpalen zowel voor bedrijven als particulieren aantrekkelijker maken. De wet kadert in de vergroening van de mobiliteit.

België vergroent. Vanaf 2023 verdwijnen de belastingvoordelen voor bedrijfswagens die rijden op fossiele brandstoffen. Vanaf 2026 mogen er zo enkel elektrische bedrijfsauto’s overblijven. Probleem: België telt te weinig laadpalen. Nochtans is een deftig netwerk een noodzaak voor een succesvolle elektrificatie. Hoe meer garages en parkeerterreinen over een laadstation beschikken, hoe minder druk op de palen langs de openbare weg. Daarom wil de overheid de installatie ervan fiscaal aantrekkelijk maken. Hoewel het parlement de wet nog moet goedkeuren, zal die van toepassing zijn op installaties die vanaf 1 september 2021 draaien. De stimulans werkt dus retroactief.

200 procent belastingaftrek

Particulieren mogen rekenen op een belastingvermindering van 45 procent op een aankoopprijs van maximaal 1500 euro. Concreet: kost een installatie 2000 euro, dan bedraagt de subsidie 675 euro (45% van 1500). Let wel, dat geldt slechts als de laadpaal enkel groene stroom gebruikt, afkomstig van zonnepanelen of van een groene energieleverancier. In 2023 wordt de maatregel afgebouwd tot 30 procent, in 2024 tot 15 procent. Na 31 augustus 2024 valt die helemaal weg.

Bedrijven mogen 200 procent van de prijs van een laadpaal aftrekken van de belastingen. Ze moeten die dan wel (tegen betaling) openstellen voor het publiek, tijdens de openingsuren of tijdens de sluitingstijden van het bedrijf. Ook hier daalt het voordeel in de tijd: vanaf 2023 bedraagt de aftrek 150 procent. Snel zijn is de boodschap.

In Portugal mogen werkgevers hun personeel niet meer contacteren na de uren. Werknemers hebben het recht zich af te sluiten van het werk.

De wet komt er nadat heel wat Portugezen de laatste maanden klaagden over een verminderde privacy. Door de coronacrisis werkten veel van hen thuis, waardoor ze het gevoel kregen nooit klaar te zijn met werken. “De werkgever moet de privacy van de werknemer respecteren, waaronder ook rustperiodes en tijd voor de familie”, zo luidt de redenering. De Portugese wetgever bepaalde daarnaast dat werkgevers hun personeel van het nodige materiaal moeten voorzien om hun werk vanuit hun thuiskantoor naar behoren uit te voeren, alsook een vergoeding dienen te betalen voor bijkomende kosten als internet en elektriciteit.

In november 2019 sloot de Vlaamse overheid met Nnof twee raamcontracten af aangaande het refurbishment van afgedankte kantoormeubelen. Twee jaar later was een van die contracten uitgeput en werd het daardoor opnieuw op de markt gelanceerd. En ook deze keer werd dit raamcontract gegund aan Nnof.

Via de raamcontracten konden diensten van de Vlaamse overheid, inclusief die van openbare instellingen, steden, gemeenten en OCMW’s, beroep doen op expertise van Nnof. Het projectcontract waar ook steden en gemeenten gebruik van konden maken, was in 2021 opgebruikt, maar opnieuw haalde Nnof deze aanbesteding nu binnen. En mag het dus blijven doen waar het uniek in is: oud meubilair een tweede leven schenken. Het andere contract loopt nog zeven jaar.

Anne Lenaerts : “Telkens gaan we na wat de noden zijn, door het bevragen van de teams en het in kaart brengen van de wensen. Vervolgens inventariseren we wat er voorhanden is. Nadien broeden we op de ideeën voor refurbishment en tot slot ontwerpen we een volledig nieuw interieur, en voeren we dit ook uit. Daarbij houden we niet enkel rekening met de functionele noden en wensen van de opdrachtgever, maar ook met het uitzicht of design dat die voor ogen heeft. Creativiteit dragen we hoog in het vaandel. Zo verwerkten we platen uit de WTC-torens tot een zittribune en recycleerden we kantoorkastjes tot lockers. Immer met maximale circulariteit als ultieme doel.”

Goed voor het milieu… en de portefeuille

Met de keuze voor Nnof toont Vlaanderen dat het hen menens is met de circulaire economie. Het draagvlak voor upcycling vergroot alsmaar en de overheid geeft die trend zo een stevige por in de rug. Refurbishment zorgt niet enkel voor een belangrijke milieuwinst – cruciaal als publieke instellingen de groene beloften wil inlossen – maar bespaart eveneens centen. Het budget voor sommige overheidsprojecten kon tot een derde beperkt worden door afgedankt materiaal te recupereren.

Het Spaanse stadje La Nucia zet al 20 jaar fel in op duurzaamheid. Wie er als bewoner flink recycleert, krijgt korting op zijn belastingen.

Tussen 2015 en 2019 werkte ruim een procent van de actieve bevolking 36 in plaats van 40 uur. Met de test wilde de Association for Sustainability and Democracy de impact meten van kortere werkuren op het welzijn en de productiviteit van werknemers. In juni geraakten de resultaten bekend in een rapport.

De proefpersonen hadden minder stress en kampten niet zo vaak met burn-outs.
En dat zonder dat hun productiviteit eronder leed. Fijn neveneffect: doordat de IJslanders minder pendelden en spaarzamer energie verbruikten, verkleinde hun ecologische voetafdruk. “Een overweldigend succes”, aldus de onderzoekers.

Nederlandse studenten ontwikkelden de Stella Vita, de eerste mobilhome die honderd procent op zonne-energie rijdt.

De Stella Vita lijkt op een rijdend zonnepaneel. Het Solar Team van de Technische Universiteit van Eindhoven installeerde liefst 17,5 m2 zonnepanelen op de camper. Toekomstige kampeerders kunnen twee panelen inklappen, om het voertuig gestroomlijnd te laten rijden.

In totaal 1096 zonnecellen en een batterij van 60 kWh verzekeren een rijbereik van minstens 700 kilometers, ruimschoots genoeg voor de doorsnee camperaar. Een laadpaal is enkel in langdurige periodes zonder zon nodig. Om de deugdelijkheid van hun uitvinding aan te tonen, reden de studenten ermee vanuit Eindhoven naar Tarifa in het zuiden van Spanje.