Sinds kort bollen fietsers in de Antwerpse haven over een fietspad uit gerecycleerde plastic bekers en flessen, het allereerste in België.

Het eerste stuk van het fietspad, zo’n 75 meter, bestaat volledig uit gerecycleerd plastic, het equivalent van twee miljoen koffiebekertjes. Voor de rest van het 800 meter lange fietspad werd asfalt met plastic afval van 650.000 flessen vermengd. De strook neemt makkelijker water op en vergde 82 procent minder uitstoot dan een klassieke fietspad. Binnenkort volgen nog vergelijkbare projecten, een van de maatregelen die de Port of Antwerp-Bruges neemt om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Het kadert eveneens in een strategie om de mobiliteit in de haven te verbeteren, onder meer door de fiets aan te moedigen.

Uit een enquête van Trends blijkt dat de grote meerderheid van de Belgen fluitend gaat werken. Wel hebben we moeite om los te koppelen. Een kwart leest zelfs op vakantie werkmails.

Gemiddeld kloppen Belgen 39 uur per week, al werken mannen gemiddeld langer dan vrouwen (42 tegenover 37 uur). Vooral directeurs (72,2%) en zelfstandigen (57,5%) doen hun job met hart en ziel, bij loontrekkenden ligt dat percentage veel lager (22,7%). Slechts 8,5 procent van de ondervraagden gaat met tegenzin werken. Wat kan het het welzijn op het werk verhogen? Vooral een hoger loon, zo blijkt. Mogelijk beïnvloedt de energiecrisis dat resultaat, want het ligt niet in lijn met eerder onderzoek. De ondervraagden stippen ook flexibele uren en voldoende ruimte om werk zelf vorm te geven aan als positieve invloeden op het welzijn.

Burn-out

Na het werk ontspannen blijkt voor velen aartsmoeilijk. Drie kwart van de respondenten leest na de uren of in de weekends zijn of haar mailbox, een kwart doet dat zelfs in de vakantie. Opvallend genoeg zijn vooral oudere werknemers verslingerd aan hun werkmails. Minder opmerkelijk is het dat CEO’s en zelfstandigen meer moeite hebben om los te koppelen van hun werk dan loontrekkenden.

Wat met de ziekte van deze tijd, burn-out? Een op vijf van de ondervraagden kampte er al mee. Loontrekkenden en zelfstandigen lopen een groter risico dan CEO’s, jongeren zoeken vaker hulp. Hoe groter het bedrijf, hoe meer aandacht dat besteedt aan preventie. Zowel bedrijf als werknemer kunnen op dat vlak een duit in het zakje doen, die eerste door meer personeel aan te nemen en overwerk te ontraden, die laatste door voldoende te bewegen en gezond te eten.

Van alle mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis, scoort circulariteit van materialen hoog. In België kan het vijf procent van de beoogde uitstootvermindering bewerkstelligen.

In het boek De Klimaatschok berekenen econoom Geert Noels en zijn medewerkers Kristof Eggermont en Yanaika Denoyelle 20 manieren om België klimaatneutraal te maken – van hoogtechnologische oplossingen als precisielandbouw en koolstofhergebruik tot het aannemen van een klimaatdieet en het verbeteren van fietsinfrastructuur. Noels’ conclusie: België kan zijn klimaatdoelen behalen met behoud van welvaart. De 20 technologieën met het grootste potentieel kunnen ons tegen 2030 67,1 miljoen ton CO2-uitstoot besparen, tegen 2050 127,1 miljoen ton. Ruim voldoende om klimaatneutraal te worden.

Met stip op twee: circulariteit van materialen. Daarvoor moeten bedrijven wel samenwerken. “Circulariteit vergt een heel andere aanpak”, zegt Noels in Trends. “Ondernemers die normaal op hun eentje werken, moeten ontdekken dat hun bedrijfsstromen voor elkaar van waarde kunnen zijn.” Zo stoot een staalfabriek veel CO2 uit, die andere bedrijven gebruiken om biobrandstoffen te maken. En de ProteInn Club, een project van onder meer UGent, zoekt uit of het veevoeder kan maken uit CO2. “De voedings- en de staalindustrie worden zo gekoppeld”, aldus Noels. Enkel het massaal aannemen van een klimaatdieet – vlees en zuivel beperken – heeft een grotere impact dan circulariteit.

De top-5 van oplossingen om België klimaatneutraal te maken:

1/ klimaatdieet 5,9% (van de referentie-uitstoot)
2/ circulariteit van materialen 5,1%
3/ zonnepanelen op gebouwen 5,0%
4/ permanente koolstofopslag 5,0%
5/ kernenergie 3,5%

Uit reststromen van de teelt van biochampignons maakt PermaFungi mycomateriaal. Dat kan dienen als alternatief voor piepschuim of plastic.

Het Brusselse PermaFungi kweekt al enkele jaren biologische paddenstoelen op koffiedik, een afvalstroom die in Brussel alleen al goed is voor 15.000 ton per jaar. Onlangs voegde het bedrijf een extra activiteit aan het repertoire toe. Door mycelium (zaad van schimmels) in te spuiten in champost (de reststroom van de eigen oesterzwamteelt) verkrijgt het mycomateriaal. Dat kan dienen als isolatie in de verpakkings- en bouwsector, een milieubewust alternatief voor piepschuim of plastic. Maar zelfs doodskisten of urnen uit mycomateriaal behoren tot de mogelijkheden. Kwestie van circulair wel heel letterlijk te nemen.

Geen onderneming blijft overeind zonder facility management, de ondersteunende activiteiten die de onderneming doen draaien. En dat behoeft een duurzame en innovatieve aanpak.
Noem facility management (FM) – facilitair beheer in het Nederlands – gerust het huishouden van een bedrijf. Het omhelst alles wat achter de schermen gebeurt, van het regelen van verbouwingen tot verwarming, verlichting, verluchting en beveiliging. Gebeurt het goed, dan merk je er niets van. Maar gebeurt het niet of slecht, dan stort de hele onderneming in elkaar als een kaartenhuisje.

Facilitair beheer is per definitie gericht op de toekomst. Duurzaam denken is dus cruciaal in de rol. Zo duurt de bouw van een ziekenhuis gemiddeld dertien jaar. “Dan moet je doordrongen zijn van duurzaamheid”, stelt Henk Vincent, directeur Masterplan Nieuwbouw bij Vitaz. “Je moet bouwen op disruptieve innovatie, niet op bewezen technologie.”

Niet sexy? Onterecht!

Zo’n aanpak kan weerstand oproepen. “Dus moet je goed inschatten welk niveau van weerstand er bij de directie heerst”, aldus Anne Lenaerts, marketingdirecteur bij Nnof. Zij stipt nog enkele andere aandachtspunten aan. “Een milieuzorgsysteem kan een hulp zijn. Vertaal standaarden naar de werkvloer. Toon wendbaarheid en maak inrichting niet te ingewikkeld.”

Volgens Hafsa El-Bazioui, schepen van personeel in Gent, heeft facility management ten onrechte z’n imago tegen. “Het is geen sexy titel. Maar innovatie associeer ik met goesting en bevlogenheid.” Guy Eeckhout van Ardenx gelooft niet in strategische FM op zich. “Het maakt best deel uit van een bredere bedrijfsstrategie. En duurzaamheid dient in balans te zijn met andere zaken.”

De Brusselse start-up Octave geeft afgedankte batterijen uit elektrische auto’s een nieuw leven. Als opslagcapaciteit voor groene energie.

In Zelzate toont een prototype het potentieel van het nieuwe innovatieve systeem. Overdag slaan oude batterijen groene energie uit 55.000 zonnepanelen op. Na zonsondergang leveren ze stroom aan de waterzuiveringsinstallatie die er dag en nacht draait.

Volgens Octave is het batterijsysteem vooral nuttig voor kmo’s en industriebedrijven. “Zo kunnen we het energiebeleid van ondernemingen optimaliseren”, klinkt het. Door de zelfconsumptie te verhogen en het piekverbruik te verminderen, leidt dat op termijn tot lagere energiefacturen. In de toekomst hoopt Octave de gerecycleerde batterijen eveneens mobiel in te zetten.

Met flexibele werkplekken zorgde Nnof voor meer verbondenheid in het nieuwbouwproject van Alcon. “Iedereen komt weer graag naar kantoor.”

Alcon, een wereldwijde referentie voor oogverzorging en -chirurgie, zocht in 2019 onderdak voor zijn administratie. Uit gesprekken met potentiële partners kwam Nnof als beste. In plaats van de geplande 80 vaste werkplekken opperde Nnof een concept met 51 flexibele werkplekken.

De indeling is uniek, met telefooncellen, cockpits, focuswerkplekken voor één persoon, overlegplekken met zachte kussens, een multifunctionele aula en een groen terras dat buiten werken toelaat. “Naast de twee thuiswerkdagen, die we al hadden voorzien voor de pandemie, komen onze medewerkers graag terug samen in een mooie kantooromgeving. Dit stimuleert mee het groepsgevoel naast het thuiswerken”, lacht Dirk Tierens van Alcon.

We verzuipen in het werk, hebben spijt van onze carrièrekeuzes en krijgen massaal burn-outs. De oplossing voor die problemen liggen nochtans voor het oprapen: meer flexibiliteit.

Een onderzoek van de Antwerp Management School en de Vrije Universiteit Amsterdam peilde naar de loopbaantevredenheid van werknemers. Die gaven hun carrière gemiddeld 7,37 op tien, maar 20 procent zegt helemaal niet tevreden te zijn. Een derde heeft spijt van het loopbaantraject. Uit een studie van de UGent rond het welzijn bleek dan weer dat een op vier verzuipt in het werk. Een op zes voelt zich vaak tot altijd mentaal uitgeput. Geen wonder dat de Onafhankelijke Ziekenfondsen vaststellen dat alsmaar meer werknemers thuisblijven met burn-outs en depressies.

Inclusiviteit & flexibiliteit

Tot zover het slechte nieuws. Want er bestaan oplossingen. Zo benadrukt Sofie Jacobs van de Antwerp Management School de nood aan realistische beroepsvooruitzichten. “Juiste coaching bij starters op de arbeidsmarkt kan helpen om de reality shock bij de transitie van onderwijs naar werk op te vangen.” Ze pleit voor inclusiviteit, voldoende kansen voor iedereen. “Zo blijven alle groepen op de arbeidsmarkt op de radar.”

Geestelijke gezondheid en werkgeluk verzekeren een duurzame loopbaan. Het codewoord daarbij is flexibiliteit. Onder meer telewerk draagt daartoe bij. Uit een ondervraging van SD Worx blijkt dat acht op tien werknemers merkt dat telewerk de balans tussen werk en privé bevordert. Ook een vierdagenwerkweek en het recht op deconnectie kunnen helpen. Al uit flexibiliteit zich eveneens op andere manieren, bijvoorbeeld in interne mobiliteit en omscholing om het werk zinvol en uitdagend te houden.

Sinds de pandemie verlangen werknemers naar een duurzame, milieuvriendelijke werkplek. Veel werkgevers blijven evenwel achter, blijkt uit Nederlands onderzoek in opdracht van Tork.
Corona veranderde de blik van veel werknemers. Zij denken meer na over hun impact op het milieu. En over wat ze kunnen doen om die te verminderen. Die bewuste werknemers verwachten eenzelfde engagement van hun oversten, maar helaas: de (al dan niet sporadische) terugkeer naar kantoor na het massale telewerken leidt tot desillusies.

Zo is 43 procent van de ondervraagden teleurgesteld dat hun werkgever niet verduurzaamde tijdens de pandemie. 56 procent noemt het eigen kantoor zelfs “beschamend milieuonvriendelijk.” Vooral lopende kranen, bedrijfswagens op benzine, papieren koffiebekertjes en energieverslindende handendrogers zijn een doorn in het oog. 71 procent van de werknemers heeft het gevoel zelf het voortouw te moeten nemen.

Verschoven houding

Nochtans dragen inspanningen van werkgevers niet enkel bij tot een prettige werkomgeving, ze geven vaak ook de doorslag in de strijd om talent. Bij het zoeken naar een nieuwe job wil 70 procent van de ondervraagden namelijk solliciteren bij een onderneming met een milieuvriendelijke reputatie, een bedrijf dat duurzame actie onderneemt.

Werkgevers moeten zich daarvan bewust zijn, stelt Ineke van den Bremt, marketingmanager van het hygiënebedrijf Essity. “De afgelopen achttien maanden verschoof de houding van werknemers. Duurzaamheid wordt serieuzer genomen dan ooit. Eenvoudige stappen, zoals het verbeteren van recyclage en het verminderen van energieverbruik, kunnen al een verschil maken. Maar enkel wanneer je werknemers erbij betrekt.”

Op de uitreiking van de Sustainability Professional Award haalde Anne Lenaerts, directeur communicatie bij Nnof, een finaleplaats. Ze wordt zo officieel duurzaamheidsambassadeur.

Duurzaamheid wint aan belang in de bedrijfswereld. Logisch: de onderneming van de toekomst is per definitie duurzaam. Het Verbond van Belgische Ondernemingen en de vzw Time4Society kozen daarom voor de zevende keer de Sustainability toppers van het jaar. Die bekroning gaat naar een inspirerende stem uit het bedrijfsleven die duurzaamheid uitademt.

Uit een poule van 300 kandidaten schopte Anne Lenaerts het tot de laatste drie overblijvers. Anne mag zich voortaan dan ook Sustainability Ambassador noemen. Nele Van Damme (Upgrade Estate) en Bruno Van Steenberghe (Kalani-Home) werden Sustainability Professionals van het jaar.

Geen verrassing, want Anne zet zich al jaren in voor duurzaamheid en circulaire economie. Zo volgde Anne tijdens de pandemie een Solvay-opleiding om te begrijpen wat mensen tegenhoudt om te veranderen. Door hen vervolgens te betrekken bij het verhaal – zelfs noemt ze dat het “Nnoffensief” – probeert ze iedereen mee te krijgen.

Allemaal “Noffen”

Dat uit zich onder meer in het raamcontract dat Nnof afsloot met de Vlaamse overheid. Steden, gemeenten en Vlaamse overheidsdiensten kozen daarmee resoluut voor circulariteit, wat zich het voorbije jaar vertaalde in 3300 geherwaardeerde meubels. “Het toont dat het de overheid menens is met de circulaire gedachte”, aldus Anne. Economie en ecologie gaan voor haar hand in hand. “Nnof zorgt voor veerkracht en wendbaarheid. Met ons verhaal willen we andere ondernemers en klanten inspireren om resoluut diezelfde richting in te slaan. Nnoffen we straks allemaal?”